Een avond in Goes

Dinsdag 29 mei waren wij bij een gezin in Goes. We zijn uitgenodigd om te komen eten en de komende sluiting van de gezinslocatie te bespreken. In een kort berichtje willen we iets vertellen over onze avond, vooral omdat we het een heel inspirerende avond vonden.

Aankomst

We kwamen met z’n drieën aan op het treinstation in Goes. Vanaf daar was het 800 meter lopen naar de gezinslocatie. Toch hebben we er 20 minuten over gedaan vanwege alle wegwerkzaamheden. De gezinslocatie ligt op een industrieterrein, een erg inspirerende omgeving is het niet om te wonen. Tussen grote bedrijven en garageboxen. Toen we ons begonnen af te vragen hoe ver het nog was, kwam het complex in zicht. De typische oranje appartementblokken van gipsplaat. We liepen een groot parkeerterrein op met een hek er omheen. We konden de ingang niet vinden, maar gelukkig kwamen vader en kinderen ons ophalen. Blijkbaar zijn we een heel eind omgelopen, want bij aankomst werd er hartelijk gelachen om hoever we hadden gelopen. We moesten ons melden bij de portier die achter een klein raampje en een gesloten deur onze identiteitsbewijzen vroeg. “Welkom in de gevangenis” was een niet-misplaatste opmerking geweest. Met een pasje mochten we dan wel mee met het gezin, maar “bezoekuur eindigt om 22:00 uur!”.

Het terrein zelf is ietsjes beter dan het er van buitenaf uitziet. Er is wel wat groen gras en af en toe rennen er wat kinderen. Het huisje zelf is klein, met een heel klein keukentje en een kleine woonkamer. In de woonkamer is precies ruimte voor een eettafel en een grote leunstoel. We gaan meteen aan tafel en krijgen heerlijk eten voorgeschoteld. Tijdens het eten begint het gesprek over de sluiting van de gezinslocatie.

Goes gaat sluiten

De familie maakt zich zorgen. De gezinslocatie in Goes gaat sluiten, maar waar moeten zij dan heen? Als ze het vragen aan hun case-managers van de COA geeft zij doodleuk aan dat ze dat echt niet kan voorspellen. Het gezin wil eventueel wel naar Katwijk, maar echt niet naar Gilze-Rijen. Daar kennen ze niemand en worden ze afgesneden van hun hele netwerk. Wat moeten ze nou in Gilze? De case-manager van de COA zegt er niets aan te kunnen doen, maar is dat echt waar? Kan zij niet op een formulier aanvinken waar een gezin naar toe wil?

De familie wil het liefst in Goes blijven. Hier hebben ze alles. Ze hebben goede contacten met de kerkgemeenschap en de buurtbewoners. De kinderen zitten op sportclubs en gaan naar school in de stad. Als ze weg moeten, verliezen ze dat allemaal. Maar wat kunnen we er aan doen? De COA, IND en DT&V lijken overal in tegen te werken. Niet  voor het eerst horen we verhalen van “foutjes” van de COA die verstrekkende gevolgen hebben, horen we dat DT&V zegt dat het gezin niet wil meewerken en niet komt opdagen terwijl ze naar alle afspraken gaan, doet de COA er 3 jaar over om psychologische hulp te regelen, en krijgt het gezin geen uitzondering op de dagelijkse meldplicht ondanks een doktersbriefje waarin staat dat ze zo vroeg niet kunnen opstaan vanwege hun medicatie.

Schrijnende verhalen van institutioneel geweld. Geweld van een systeem dat het leven van mensen zo onprettig mogelijk maakt. Individuele medewerkers kunnen dan wel aardig zijn, maar het beleid en de grote baas bepalen uiteindelijk was die medewerkers moeten doen. En dat beleid en de grote baas hebben niet de beste bedoelingen. Ondertussen woont het gezin al jaren in deze onzekere situatie. Het oudste kind heeft heel goed door wat er allemaal gebeurt en gaat kapot aan de psychologische druk. De onzekerheid is vernietigend. Een kind moet zich kunnen ontwikkelen en daarvoor is een veilige, zekere situatie nodig. Medewerkers van de COA die het opgelegde beleid uitvoeren dragen bij aan zijn lijden. Want hij ziet zijn ouders lijden.

Inspiratie

Ondanks de verschrikkelijke en onzekere situatie waarin het gezin zich nu al jaren bevindt, houden ze moed. Ze geven niet op. Ze blijven proberen. De kinderen zijn hier geboren, ze spreken heel goed Nederlands en doen het goed op school. De strijdlust springt er vanaf. Dat is voor ons een enorme motivatie om door te blijven werken. Dit zijn mensen die hun leven proberen op te bouwen, maar in alles worden tegengewerkt. Ondanks dit institutionele geweld geven zij niet op, zij strijden door! Dat geeft ons energie, want hoe kunnen wij nou opgeven als zij dat niet doen! Wij gaan verder en wij blijven proberen de situatie te verbeteren – voor dit gezin, maar uiteindelijk voor alle gezinnen en asielzoekers in Nederland.